Op zaterdagochtend zaten we al om 8.30 in de bus op weg naar Ninh Binh. De busrit ging eerst ongeveer een half uur op het eiland Cat Ba, vervolgens reed de bus de ferry op naar het vasteland. Erna hadden we nog een busrit van drie uur ongeveer voordat we op onze nieuwe bestemming waren. Gelukkig stopte onze bus op maar enkele minuten stappen van onze homestay. We waren dus snel geïnstalleerd op onze nieuwe bestemming en kregen al direct een "fruit joe-ise" (fruit juice) en vers fruit. De eigenares van de homestay spreekt heel weinig Engels maar gelukkig kan ze met een gsm werken en gebruikt ze die om in het Vietnamees dingen in te spreken en ze dan te vertalen naar het Frans of Engels. Ze vergist haar soms wel eens van taal voor ons. Ze heeft 4 kinderen en runt 3 kamers in haar homestay. Ze heeft ook onze was gedaan, met de hand maar gelukkig al niet in de plaatselijke rivier. Hij rook heel fris dus wij hadden geen klachten. We betaalden ongeveer 1,2 euro per kilo. We hadden 10 kilo was voor haar bij elkaar gespaard.
De eerste dag wandelden we wat rond en gingen naar de top van de Hàng Mua. Het was weekend en we waren er niet alleen. Buiten de toeristen waren er vele Vietnamezen die er naar boven gingen. Sommige hadden hun speciaal in zondagse kleren gestoken, een extra laagje make up laten opdoen voor de photoshoot die ze op de top dan willen doen. Er kwamen vele trappen bij te pas en dat maakte het vermoeiend aangezien het ook +25 graden was. Vele hadden gelukkig goeie schoenen aan maar sommigen gaan echt ver voor de foto's en doen de beklimming met chique schoentjes. Leuningen zijn er niet aan de trappen en helemaal boven aan de top moest er geklauterd worden over rotsen. Er was teveel volk en we vonden het toch wat te gevaarlijk dus lieten de top voor de "die hards". Zoals vaak in Vietnam zijn plaatsen zoals deze was pretparken. Ook hier werden padjes aangelegd waarop je kan wandelen tussen de lotusbloemen, als je geluk hebt. En was er zelfs een waterval. We zagen erachter de leiding lopen waarmee ze het water oppompen om de waterval te creëren. Voor de Aziaten is dit heel normaal, wij vinden het nog steeds vreemd om te zien. Ze gaan ver voor hun foto's...
De volgende dag gingen we op pad met de scooter. Het weer zat weer niet mee en we hebben al gemerkt dat het vooral in het weekend heel druk kan zijn op toeristische plaatsen maar het kon toch onze pret niet bederven. We stopten even bij een kleine tempel op een eilandje en vonden er enkele jongeren die er gezellig samen zaten. Vervolgens reden we enkele kilometers verder naar de indrukwekkende en grootste Boeddhistische tempel in Vietnam, de Bai Dinh. Er moest entreegeld betaald worden en de toegang tot de tempel ging met een golfkarretjes tot aan de in- en uitgang. De tempel is immens en een bezoek duurde enkele uren. De pracht en praal in de tempel stond in schril contrast met de leefomstandigheden die je ziet als je in Vietnam rond rijdt.
Meestal zijn we tijdens onze vakanties omringd door mensen die ouder zijn dan ons maar deze keer is dat helemaal niet het geval. We voelen ons hier "oldies" met de Westerse jeugd die hier in Vietnam rond trekt. Ze hebben vaak wat medelijden met ons als ze horen dat we maar 6 weken op vakantie zijn. Vaak zijn ze voor maanden tot een jaar aan het rondreizen. Velen doen het na hun studies of hebben net ontslag genomen. Enkelen onder hen hebben een jaar loopbaanonderbreking. De oudsten zijn rond de 35 jaar oud.
Voor onze laatste dag in Tam Coc hadden we een vaartochtje gepland. Het is heel toeristisch maar we wilden het toch gedaan hebben. Je mag niet zelf peddelen en de dame die ons bootje met haar voeten over de rivier en door de grotten peddelde leek al vrij oud. Ze roeide vooral met haar voeten zoals de meesten van haar collega's. Onderweg staan er bootjes met fotografen die hun diensten heel graag willen aanbieden en op het einde zijn er bootjes gevuld met dranken, fruit en chips. Als je niets koopt proberen ze je toch nog te overtuigen door de zeggen dat je iets moet kopen voor de "peddelaarster". Ze lachte er eens mee en peddelde snel verder. We vonden ze nog wel sympathiek en hadden net besproken om ze een stevige fooi van 100.000 dong te geven omdat ze niet bedelde. Niet veel later en net voor onze eindbestemming liet ze ons duidelijk merken dat ze een fooi verwachtte. 50.000 dong zei ze. We maakten de fout om ze al te geven nog voor we helemaal terug aangekomen waren. Vervolgens vroeg ze naar 50.000 dong per persoon. We weigerden en gaven niets extra. Jammer voor haar dat ze gebedeld heeft want anders zou ze het dubbele gekregen hebben. Maar dat zal ze niet begrijpen en we hebben ook niet geprobeerd om het haar uit te leggen. 100.000 dong (ongeveer 4 euro) is niet veel voor ons maar een maandloon is in Vietnam maar tussen de 200 en 350 euro.
Na de boottocht en lunch in een leuke hostel naast de rivier in Tam Coc wandelden we nog een tiental kilometer langs de rijstvelden. Blij met onze app Wikiloc die ons helpt om nieuwe dingen te ontdekken. We ontmoeten er in een barretjes Nederlanders. We zullen hen achteraf nog vaak tegenkomen. Ze hebben 9 maanden in Zuid Amerika al gereisd en reizen nu rond in Azië. Na de Filipijnen en Vietnam gaan ze nog naar Thailand en hun laatste bestemming is Japan. Hun lijstje met landen die ze bezocht hadden was lang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten